Van preekstoel tot planeet: Sam Janse pleit voor een groen-gelovige levensstijl

17 april 2024  door
Caroline Vander Stichele

Sam Janse heeft een “groene catechismus” geschreven, een klein boekje van ruim negentig bladzijden.[i] Het gaat hier wel degelijk om een andere publicatie dan de “groene catechismus” van de Rooms Katholieke Kerk, zo genoemd omdat die een groene kaft heeft, maar 244 bladzijden telt.[ii] De Groene Catechismus roept bij mij echter vooral herinneringen op aan de zogenaamde “Mechelse Catechismus”, die lange tijd in de Belgische bisdommen wijdverspreid was. Hij werd ook de “schoolcatechismus” genoemd omdat hij gebruikt werd in het godsdienstonderricht en hij had een vergelijkbare lengte als het boekje van Janse.[iii]

Zelf verwijst Janse in de inleiding op zijn Groene Catechismus naar de Heidelbergse Catechismus (1563) waar hij mee is opgegroeid en die bedoeld is voor Protestanten.[iv] Wat de Rooms Katholieke en Protestantse catechismussen met elkaar gemeen hebben is dat het gaat om katechese (kατήχησις), de Griekse term voor onderricht, en dat ze zijn opgesteld in de vorm van vragen en antwoorden. Ze presenteren in bevattelijke vorm de kerkelijke leer die men zich op die manier dient eigen te maken. Janse haakt weliswaar aan bij die traditie, maar legt eigen accenten. Het is hem niet zozeer te doen om het eigen zielenheil maar vooral om het maken van “geloofskeuzes” aan de hand van vragen en antwoorden over geloof en duurzaamheid én om de toekomst van zijn kleinkinderen.[v]

De zogenaamde Mechelse Catechismus of schoolcatechismus uit 1954.
De zogenaamde Mechelse Catechismus of schoolcatechismus uit 1954.

Janse studeerde theologie in de jaren zeventig aan wat toen nog de Rijksuniversiteit Utrecht heette en aan de Universiteit van Göttingen in de toenmalige BRD. Hij werd vervolgens predikant en promoveerde in het jaar 2000 aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over Paulus en Jeruzalem. Daarna ging hij aan de slag als docent Nieuwe Testament. De meeste van zijn publicaties hebben betrekking op zijn vakgebied. Meer recent is daar ook aandacht voor bijbel en duurzaamheid bijgekomen.[vi] Hij schrijft daarover: “Vanuit mijn eigen vakgebied heb ik onderzocht of de Bijbel een boodschap heeft voor onze tijd waarin we tegen de ecologische grenzen van onze wereldsamenleving zijn gebotst.”[vii] Dat onderzoek heeft inmiddels twee publicaties opgeleverd. In 2021 verscheen onder zijn redactie Eenvoudig leven: Bijbelstudies over het goede leven (Kampen: Kok), in 2023 de opvolger: Toegewijd Leven: Over Recht doen aan al wat leeft (Kampen: Kok). Een derde volume getiteld: Weerbaar leven: Burgerlijke ongehoorzaamheid en profetisch protest verschijnt deze zomer.

Dat Janse voor zijn Groene Catechismus gekozen heeft voor een opzet in vraag en antwoord vorm heeft er vooral mee te maken dat hij op die manier veel gestelde vragen wil beantwoorden, die hem werden voorgelegd in gesprekken en bij lezingen. Op die manier wil hij lezers helpen “om keuzes te maken vanuit het besef dat God de Schepper is en ons en de generaties na ons het goede leven gunt.”[viii] Dat deze insteek weerklank vindt mag blijken uit het feit dat zijn catechismus een maand na publicatie al een tweede druk kent.[ix] Bij nader toezien is dat misschien niet zo verwonderlijk. Zijn Groene Catechismus is immers verrassend toegankelijk geschreven. Janse pretendeert ook niet dat hij op alle vragen het juiste, laat staan definitieve, antwoord heeft en de lezer hoeft het ook niet met alles eens te zijn en dat is maar goed ook.

In 88 vragen passeren immers hete hangijzers in het klimaatdebat de revue. Janse gaat ze niet uit de weg. Ze zijn handzaam geordend in thematische rubrieken. Janse schroomt ook niet om duidelijk stelling te nemen. Op vraag 25: “Zijn het vooral de boeren die de schuld hebben aan de crisis waarin we zitten?” antwoordt hij: “Nee, dat is te makkelijk. Wij hebben in ons land met elkaar de problemen veroorzaakt en dan kun je niet één bepaalde bevolkingsgroep als zondebok aanwijzen.” Groot gelijk, maar op vraag 28 of de veestapel in Nederland moet inkrimpen antwoordt hij onverbloemd: “Dat is onvermijdelijk.” Duidelijke taal, maar ik kan mij voorstellen dat niet iedereen het daarmee eens zal zijn. Het levert in elk geval voer voor discussie.

Janse heeft het evenwel niet alleen over brede maatschappelijke problemen, maar ook over de eigen verantwoordelijkheid van de kerk voor duurzaamheid. Concreet kan dat gebeuren door het thema aan de orde te stellen in preek en liturgie, maar ook praktisch door de eigen gebouwen te vergroenen. Janse heeft daarbij vooral de protestantse kerken op het oog, maar deze kwesties zijn even relevant en behartigenswaardig voor andere kerkgemeenschappen. Janse haalt daarvoor inspiratie uit de bijbel en vooral uit de eerste hoofdstukken van het boek Genesis, waarin sprake is over de schepping. “De mens (adam) komt voort uit de aarde (adamah) (Gen 2:7) en daarom moet de mens ook goed voor de aarde zorgen” (p.34). De schepping is immers het werk van God en “samen met alles wat leeft mogen wij onze plaats innemen in de schepping” (p.12). Janse pleit dan ook voor een groen-gelovige levensstijl die daarmee spoort. Wat dat zoal inhoudt legt hij uit in zijn antwoorden op de vragen 60 tot 74. Zo antwoordt hij op de vraag wat dat betekent voor de spullen die je koopt: “Koop zo min mogelijk nieuwe spullen. Nieuwe producten hebben een grote impact, want ze kosten veel grondstoffen en energie. Denk bij producten uit China ook aan het vervoer. Je kunt heel veel dingen tegenwoordig in kringloopwinkels kopen voor een habbekrats. Duurzaam leven is ook goedkoop leven.” (p.45) Eén ding is duidelijk: iedereen kan iets doen.

De klimaatcrisis is voor hem een onweerlegbaar feit en dat is ronduit beangstigend. Is de eindtijd aangebroken en zijn milieurampen dan niet de wil van God? Dat noemt hij “een goddeloze redenering” (p.54). Tegen alle wanhoop in is er nog hoop voor wie gelooft dat God zijn schepping niet loslaat. Dat is voor Janse geen naïef optimisme, maar “vertrouwen dat Gods mogelijkheden groter zijn dan de onze” (p.57) en een goede reden om de handen uit de mouwen te steken om erger te voorkomen. “Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw”, zoals het refrein van een bekend kerklied luidt,[x] is voor hem beslist geen optie.

Referenties

[i] Sam Janse, Groene Catechismus. Vragen en antwoorden over geloof en duurzaamheid. Met bijdragen van Matthias Olthaar. Utrecht: KokBoekencentrum, 2024. Tweede druk.

[ii] https://aleteia.org/2022/05/23/which-version-of-the-catechism-should-i-get-tan-green-or-blue-cover/

[iii] http://verbond.blogspot.com/2011/09/de-goede-oude-mechelse-catechismus-van.html

[iv] https://www.heidelbergse-catechismus.nl/de-catechismus

[v] Zie het interview in Trouw op 18 februari 2024: “88 vragen voor christenen die geen trek hebben in een groene levensstijl.”

[vi] Zoals ook blijkt uit bijgaand filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=SPZinDbR8FQ

[vii] https://www.samjanse.nl/over-sam-janse/lezingen/

[viii] Achterflap Sam Janse, Groene Catechismus.

[ix] Zie ook de blog van Marjolein Tiemens-Hulscher over de Groene Catechismus op https://groengeloven.com/2024/02/29/groene-catechismus/

[x] https://www.youtube.com/watch?v=qNEQiImGUeA


Caroline Vander Stichele 17 april 2024
Deel deze post
Archiveren