De Catechismus der Natuur: democratisering van kennis van God door natuurobservatie

Gastblog door Gert van Klinken (PThU)
April 7, 2025 by
religionandclimate

Afbeelding 1: gedeelte van de titelpagina van de Katechismus der Natuur (1779) van J.F. Martinet

Gastblog door Gert van Klinken

Groene Catechismus: iets nieuws onder de zon?

In 2024 verscheen de Groene Catechismus van de Nederlandse theoloog Sam Janse (zie: Van preekstoel tot planeet: Sam Janse pleit voor een groen-gelovige levensstijl). Daarin gebruikt Janse het vraag- en antwoordmodel van de Heidelbergse Catechismus (1563) om vragen te beantwoorden die hem werden voorgelegd bij lezingen over klimaatverandering.  Een primeur. Of toch niet? Er blijkt immers in Nederland al eerder een theoloog geweest te zijn die een catechismus schreef over de relatie tussen God en natuur. Het gaat hier meer concreet over de 18e -eeuwse Catechismus der Natuur van Jan Floris Martinet.

Afbeelding 2: prent van Jan Floris Martinet die vanuit zijn studeerkamer naar buiten wijst. Afbeelding afkomstig van: https://mijngelderland.nl/inhoud/verhalen/dominee-jan-floris-martinet-1729-1795-en-de-fysiotheologie

Een bekende prent van Jan Floris Martinet (1729-1795) toont de man in zijn studeerkamer. Verrassend genoeg wijst hij niet naar zijn boeken, maar door het raam en naar buiten (zie afbeelding 2).[1] God, zo vond deze dominee en volksopvoeder, maakt zich kenbaar in de Bijbel en in de Natuur. Belangrijk is dat die beide openbaringsbronnen beschikbaar zouden moeten zijn voor iedereen. In de tijd van Martinet was kennis nog min of meer een voorrecht van de happy few. De Reformatie had met het nodige succes de Bijbel onder de aandacht van het volk gebracht. Martinet’s Catechismus der Natuur stelde dat hetzelfde zou moeten gebeuren met die tweede zelfopenbaring van God. Ieder mens staat in rechtstreeks contact met de natuurlijke werkelijkheid, en bezit het vermogen om daarover te leren. Dat de Natuur inderdaad een goddelijke (absolute) oorsprong heeft, blijkt daaruit dat ze niet willekeurig is maar door vaste wetmatigheden wordt beheerst. Deze gedachten spraken ook het buitenland aan. De Catechismus werd in het Engels vertaald en graag gelezen aan de Oostkust van Amerika.[2] Auteurs als John Ray en William Derham legden een verband met de Amerikaanse Constitutie. De morele grondslagen van de samenleving gaan immers iedereen aan. De natuurwetten bieden de mogelijkheid om die grondslagen praktisch te vertalen in het werk van een arts, een architect, een onderwijzer.

Proefondervindelijkheid

Martinet had van de Leidse wiskundige en waterstaatsingenieur Johan Lulofs geleerd om theorie te toetsen: door een experimentele check en door logisch nadenken. Om dat te kunnen hoefde je niet bij de maatschappelijke elite te behoren. Bewonderaars van de Catechismus der natuur kwamen in Nederland vaak uit de hoek van de doopsgezinden, tot 1795 tweederangsburgers. Of uit de kring van naar emancipatie strevende vrouwen, zoals de door Martinet persoonlijk bekende Betje Wolff.[3]

In de omgeving van Zutphen was het een karakteristiek beeld om Martinet en zijn leerlingen door de uiterwaarden langs de IJssel te zien lopen. Tijdens deze wandelingen was het de gewoonste zaak om kritische vragen te stellen. Even duidelijk was dat voor kinderen met aanleg en belangstelling voor praktische natuurkunde wegen gezocht zouden moeten worden om ze te laten doorleren. Miers Fisher (1748-1819), een quaker in Pennsylvania, vond dit het belangrijkste aspect van de Catechismus.[4]  De grondslagen van moraal en natuur zijn kenbaar voor iedereen, op grond van een in de mensheid als zodanig verankerde zedelijke aanleg en rationaliteit. In Nederland was het al heel wat dat Martinet zichzelf (met moeite) aanleerde om met doopsgezinden en met vrouwen om te gaan als zijn intellectuele gelijken. De quakers aan de Amerikaanse oostkust gingen verder: consequente toepassing van de principes van de Catechismus der Natuur impliceerde opheffing van de achterstelling van zwarten bij blanken.

Zorgvuldig kijken

De achttiende eeuw was een standenmaatschappij, zeker in Nederland. Welgestelde blanke mensen golden sociaal als belangrijker dan de middenklasse, de armen, de “niet-blanken”. Kennis vormde een privilege voor de kleine groep leerlingen die in de steden toegang kreeg tot de Latijnse School en langs die weg tot de universiteit.

Natuur zit echter anders in elkaar: ze is overal, voor iedereen die het zien wil toegankelijk. Het belang daarvan gaat verder dan de gedachte dat natuur ‘mooi’ is. Dat is uiteraard óók waar, maar het gaat verder dan dat. Natuur is allereerst een manifestatie van het grote geheel. Het gaat niet om één soort, maar om alles tegelijk. Gods schepping is bovendien niet exclusief voor de welgestelden. Niet voor niets werd de Catechismus der Natuur in Europa en Amerika graag gelezen door wie kritisch stond tegenover de standenmaatschappij, zoals de quakers. Natuur reikt bovendien praktische mogelijkheden aan. Er zitten wetmatigheden in. Door die op het spoor te komen (onderwijs) kunnen we met verstand een huis bouwen, werken aan een verbeterde geneeskunde. En zelfs aan muziek: de lutheraan Johann Sebastian Bach werkte in zijn sonates met wiskundige schema’s: onderdeel van de Natuur. Die wijst de weg naar doen. En dan komt er ruimte voor kritische vragen: ‘Hoe zit het, hoe werkt het, waarom groeit deze plant juist op deze plek en niet verderop?’  Hoewel Martinet in allerlei opzichten een ouderwetse conservatieve man was en bleef (kind van zijn tijd), heeft zijn Catechismus der Natuur de emancipatie van minderheden in Nederland een stevige stimulans gegeven. Voor een leerling van Martinet als Marten Douwes Teenstra (1795-1864) betekende kijken naar de natuur dat hij de toen nog bestaande slavernij ging bestrijden. Ieder mens deelt in door God gegeven ‘natuurlijke’ rechten. De Catechismus heeft zo ook de latere democratisering bevorderd, op een manier die Martinet zelf nog niet kon voorzien.

Afbeelding 3: pagina uit de Katechismus der Natuur (1779) waarin Martinet de vormen van sneeuwvlokken die hij geobserveerd heeft, heeft opgenomen.

Anno 2025 zien we een aantal ideeën terugkomen die al te vinden waren in de Catechismus der Natuur. Ook de Groene Catechismus maakt immers gebruik van vragen en antwoorden om perspectieven op God en natuur binnen de context van het christendom uit te leggen. Een ander voorbeeld is NatuurGetrouw, ‘een netwerk van christenen met hart voor de natuur’.[5] Deze bevindelijke gereformeerde groene stichting beroept zich op de twee ‘boeken’ waarin God zich openbaart. In het eerste boek, de Bijbel, vinden we zijn geschreven woord en in het tweede boek van de natuur, de schepping, het resultaat van Gods spreken. Hoewel NatuurGetrouw hiervoor verwijst naar Johannes Calvijn, vinden we juist bij Martinet de concrete toepassing van deze godsopenbaring op het Nederlandse landschap. Of, nog dichterbij, zoals Martinet in de Catechismus der Natuur  laat zien, in de structuur van sneeuwvlokken voor je raam (zie afbeelding 3).

 

 

[1] Frieda de Haas, inleiding, in J.F. Martinet en de achttiende eeuw. In ijver en onverzadiglijken lust om te leeren (Zutphen: Walburg Pers, 1987), 7.

[2] J.F. Martinet, The Catechism of Nature for the Use of Children (Boston: West and Larkin, 1793); herdruk John Hall (Milton Keynes: Alpha Editions 2021).

[3] Zij schreef samen met Aagje Deken onder andere de beroemde briefroman Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782). https://historiek.net/sara-burgerhart-canon-betje-wolff-aagje-deken/135638/

[4] Miers Fisher, inleiding, in J.F. Martinet, Catechism of Nature for the use of Children, 2.

[5] https://www.natuurgetrouw.nu/

religionandclimate April 7, 2025
Share this post
Archive