Verslag Symposium Figura Divina 2025
Goddelijk Canvas - Kunst, Religie en Klimaatverandering
verslag door Isabelle Duval
Op 10 april jl. vond het jaarlijkse symposium van Figura Divina plaats in het Catharijneconvent Museum in Utrecht. Het evenement, getiteld Cosmos: Goddelijke Canvas – Kunst, Religie en Klimaatverandering, werd georganiseerd in samenwerking met het NWO-onderzoeksproject Religie en Klimaatverandering in Nederland (Tilburg University).
“Kunst kan helpen dingen te doordenken,” stelde Laura Copier, de laatste spreker van de dag. En dat is precies wat het symposium, met acht indringende presentaties, op uiteenlopende manieren heeft laten zien. Van de biotechnologische kunst van Diana Scherer tot het algorithmisch hercomponeren van Vivaldi’s Vier Seizoenen (immers, seizoenen zijn niet meer wat zij zijn geweest), en van de Klimaatmadonna’s gemaakt van plastic afval tot Hollywoods eco-apocalyptische producties – kunst zet ons niet alleen aan het denken, het laat ons vooral voelen. Het stelt ons in staat de klimaatproblematiek aan den lijve te ondervinden, evenals de urgentie van een hersacralisering van Gods schepping in al haar vormen – ook de meest bescheiden.
Kunst kan ons laten voelen dat wij onderdeel zijn van de natuur, en dat we onze plaats in het kosmische geheel moeten herzien, met nederigheid. Kunst verbindt ons, met elkaar, met de natuur, met de kosmos en de mysterie van het leven, in een soort immanente transcendentie, net als in de muziekceremonie van de draaiende Derwisjen uit de Soefi-orde.
Tijdens het gehele symposium werd benadrukt dat kunst vaak religieuze thema’s raakt, vooral wanneer het zich op het terrein van ecologie begeeft - en niet alleen in apocalytische narratieven. Kunst kan ook onze ecopsychologische lasten verlichten door ons bijvoorbeeld de ruimte te geven om schuldgevoelens een stem te geven, of om de zonden die wij tegenover de natuur hebben begaan op te kunnen biechten. Of gewoon door ons hoop, kracht en moed te schenken, en ons te inspireren tot klimaatactie.
Als dagvoorzitter wist cultuurtheoloog Frank G. Bosman met zijn deskundigheid, humor en betrokkenheid de deelnemers op inspirerende wijze door het programma te leiden.
Het programma van het symposium kunt u vinden op: https://figuradivina.org/2025/01/22/symposium-2025-kunst-religie-en-klimaat/.
Korte samenvatting van de presentaties
Teruggrijpend op de geschiedenis van de hedendaagse kunst licht godsdienstfilosoof en estheticus Wessel Stoker toe wat ecokunst inhoudt en hoe deze zich onderscheidt van kunst over de natuur — zoals de landschapstraditie van Turner tot Van Gogh en Land Art — én veel gelaagder is dan milieu-activisme. Volgens Stoker vindt ecokunst haar oorsprong bij Joseph Beuys en is sterker geworteld in actie, proces en relatie dan in artefacten of representatie. Ecokunstenaars werken samen met de natuur, in plaats van haar te verbeelden of ensceneren.
Stoker onderscheidt drie belangrijke functies of subgenres binnen ecokunst: een signalerende functie (zoals Hans Haackes Monument to Beach Pollution en Olafur Eliassons Ice Watch), het verbinden met de natuur en het universum (bijvoorbeeld in het werk van Giuseppe Penone en Ana
Mendieta), en confronterende performancekunst (zoals Agnes Denes’ Wheatfield — A Confrontation en Marc de Jong).
Voor Stoker zijn ecokunstenaars de visionairs van onze samenleving.
Postdoctoraal onderzoeker Deborah de Koning onderzoekt hoe de menselijke relatie tot bomen zowel een sacrale als een therapeutische dimensie kent. In haar analyse laat zij zien hoe bomen, binnen een herinterpretatie van het christelijke symboliek en rituelen, kunnen functioneren als bemiddelaars bij het omgaan met individuele klimaatzonden en gevoelens van klimaatschuld.
Aan de hand van diverse casestudies – waaronder de Biechtboom-kunstprojecten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (Daphne Persoon, 2018; Amber Paffen, 2024), theatrale performances van gezelschap Gouden Haas (Mens, Boom, Dier, 2020; Herinner Ons, 2023), en elementen uit de populaire en religieuze cultuur (zoals The Parable of Trees en de devotie rond Onze Lieve Vrouw ter Eik te Veldhoven) – laat De Koning zien hoe het antropomorfiseren van bomen wijst op een diepgewortelde behoefte aan herbezieling van de natuur.
Musicoloog en theoloog Martin Hoondert laat zien en luisteren hoe de kracht van muziek kan bijdragen aan ecologisch bewustzijn. Via werken als The [Uncertain] Four Seasons – een algoritmisch hergecomponeerde versie van Vivaldi’s Vier Seizoenen, die hoorbaar maakt dat de seizoenen niet langer zijn wat ze ooit waren – en het Earth Workers’ Requiem – een immersieve kunstinstallatie van componist Misha Hamel en artistiek onderzoeker Jonas Staal, maakt Hoondert inzichtelijk hoe performatieve en multisensorische muzikale vormen de klimaatcrisis voelbaar kunnen maken. In lijn met ecologisch filosoof Timothy Morton laat hij zien hoe muziek ons helpt ons af te stemmen op de urgentie van ecologische transformatie.
Met voorbeelden als Song of the Ox van Kate Moore– waarbij wandelingen in de natuur worden gecombineerd met muzikale improvisaties, en het Klimaatkoor van de Dominicuskerk in Amsterdam onderstreept Hoondert hoe muziek kracht, troost en richting biedt in onze ecologische bekering.
In het werk van beeldend kunstenaar Dana Marshall komen boeddhisme en ecologie samen in een organisch proces waarin de grenzen tussen werkelijkheid en verbeelding geleidelijk vervagen. Binnen deze vloeiende dynamiek ontvouwt zich de essentie van het leven. Marshall benadrukt dat haar zogenoemde “basic goodness” – een onvoorwaardelijk vertrouwen in en liefde voor het leven – niet alleen de kern vormt van haar artistieke praktijk, maar tevens fundamenteel is voor een ecologische levenshouding en klimaatadaptatie.
Luisteren neemt een centrale plaats in binnen de islamitische traditie, stelt postdoctoraal onderzoeker Ömer F. Gürlesin, want wie luistert, weet meer. Tegen deze achtergrond benadrukt Gürlesin de prominente rol van de mystieke klank van de ney, een traditionele rietfluit, binnen de soefistische traditie. Als metafysische uitnodiging fungeert de melodie van de ney als een brug tussen mens en het goddelijke, en raakt zij aan iets fundamenteels in de menselijke ervaring dat aanzet tot zelfinzicht en handelen. Het ritueel van de Sema, uitgevoerd door de draaiende Dervisjen, toont hoe lichamelijke beleving essentieel is in de islamitische spiritualiteit. In deze kosmische rite fungeren muziek en dans als mediums tussen het goddelijke en het aardse, via het menselijke lichaam, en laten zij de mens ervaren dat hij intrinsiek deel uitmaakt van de natuur.
In een overtuigend betoog belicht theoloog Eva van Urk de diepgaande implicaties van het theologische kernbegrip imago Dei voor de menselijke relatie tot de natuur en onze ethische verantwoordelijkheid in het licht van klimaatverandering. Zij wijst erop dat de traditionele begrippen van imago Dei en rentmeesterschap hebben bijgedragen aan een antropocentrisch wereldbeeld en de instrumentalisering van de natuur, factoren die een sleutelrol spelen in de huidige ecologische crisis.
Van Urk pleit daarom voor een herinterpretatie van imago Dei, die zich niet uitsluitend op de mens richt, maar de hele schepping omvat. In deze visie wordt natuur, in al haar vormen –menselijk en niet-menselijk – als sacraal beschouwd. Aan de hand van een gedicht van Esther Jansma toont Van Urk hoe poëzie ons helpt de spirituele dimensie van biodiversiteit en het lijden van dieren te erkennen, en onze verwondering voor al het leven te herontdekken.
De voorstelling van de Heilige Maria wordt vaak ingezet in klimaatkunst. Aan de hand van drie voorbeelden uit Nederland en Vlaanderen analyseert Bijbelwetenschapper Caroline Vander Stichele de onderliggende drijfveren en iconografie van deze kunstwerken. Zij identificeert de traditie van de Maria Lactans in de Plastic Madonna (2016) van de stichting KLEAN, een monumentaal beeld, gemaakt van 100.000 plastic flesjes, van een liggende vrouw die de borstvoeding geeft aan een kind. In de Klimaatmadonna (2018), gemaakt in opdracht van de Dominicaanse Klooster in Zwolle, herkent zij elementen van de 14de-eeuwse Sedes Sapientiaes Maria met bol, de Zwarte Madonna van Montserrat, en Onze Lieve Vrouw van de Wonderdadige. In de kunstinstallatie Moeder van het Landschap van de Vlaamse kunstenaar Franka van Hoof ziet zij invloeden van de Moeder Gods Elousa uit de Byzantijnse traditie en de grotten van Lourdes.
In deze werken verschijnt Maria als een bindend symbool van zorg: voor de aarde, voor toekomstige generaties, en voor de afvalproblematiek. Ze wordt gepresenteerd als een iconische oermoeder, diepgeworteld in ons collectieve imaginaire.
Cultuur- en filmwetenschapper Laura Copier onderzoekt het eco-apocalyptische genre binnen klimaatfictie. Zij identificeert The Oil Gush in Balakhany, waarin een blowout van een olieput in Baku wordt afgebeeld, als de voorloper van dit genre. De film, geregisseerd door Alexandre Michon, werd opgenomen in 1898 met een 35mm-camera op een Lumière-cinematograaf. Volgens Copier luidde Al Gore’s An Inconvenient Truth (2006) de opkomst in van films over de “climapocalypse”- een term bedacht in 2017 door regisseur Dan Bloom. Zij bespreekt drie films die voor haar representatief zijn voor dit genre: eerst een film waarin technologie wordt gepresenteerd als een reddingsmiddel (Geostorm, 2017, Dean Devlin); vervolgens een film die de slachtoffers van klimaattragedies centraal stelt (Twisters, 2024, Lee Isaac Chung); en tenslotte de film Acide (2023, Just Philippot), waarin klimaatverandering fungeert als de achtergrond van een familiedrama en de kwestie van klimaatvluchtelingen. Copier concludeert dat, hoewel er geen gemakkelijke uitweg is uit de klimaatcrisis, films ons kunnen helpen een nieuw begin te verbeelden.