Klimaatdiscours vertoont religieuze trekken
Eerste resultaten NWO-onderzoek naar religie en klimaatverandering
Wie het klimaatdebat in Nederland en daarbuiten een beetje in de gaten houdt, gaat het gebruik van religieuze vocabularia al snel opvallen. Zowel klimaatactivisten als klimaatsceptici bedienen zich van religieuze termen, concepten en beelden om elkaar en de wereld van het eigen gelijk te overtuigen. Dat blijkt uit de eerste onderzoeksresultaten van de NWO-projectgroep ‘Religie en Klimaatverandering’ aan de Tilburg School of Catholic Theology (TST) die zij op 7 juni in Tilburg presenteerden tijdens een nationaal symposium getiteld ‘Religie en Klimaatverandering in Nederland’.
Dr. Ömer F. Gürlesin stelde in ‘Geloven in tijden van stijgende zeeën: Big Data Onderzoek naar Religieus Taalgebruik op Twitter/X’, de rol van religieus taalgebruik op digitale platforms in het debat over klimaatverandering centraal. Hij richt zich op de analyse van sociale media-accounts van milieuorganisaties en de berichten van individuele gebruikers. Gürlesin besteedt daarbij met name aandacht aan de impact van religieuze vocabulaire op hoe het publiek klimaatverandering ziet en benadert, en verkent op die manier de raakvlakken tussen geloof, wetenschap en klimaatactivisme. Door gebruik te maken van geavanceerde datamining technieken en van zijn expertise in de sociologie van religie, biedt Gürlesin zo een nieuw perspectief op de dynamische interactie tussen religie en klimaatdiscours.
In haar presentatie ‘Van schepping tot eindtijd’ ging prof. dr. Caroline Vander Stichele dieper in op de aard en functie van religieuze taal en beelden binnen het discours van Nederlandse klimaatactivisten op sociale media. Zij liet zien hoe het klimaatdiscours meer in het algemeen wordt gevoerd en welke keuzes daarin gemaakt kunnen worden. Vander Stichele is hoogleraar ‘Impact of the Bible in Western Culture’ aan de TST en programmaleider van het project. Voor dit project gaat haar belangstelling met name uit naar het retorisch gebruik van religieuze teksten, beelden en scenario’s in de context van het klimaatdiscours bij zowel seculiere als religieuze groepen die actief zijn op sociale media.
Dr. Frank Bosman focuste in zijn bijdrage ‘Ik geloof ’t niet’ op de manier waarop klimaatsceptici gebruik maken van religieuze termen en beelden om hun klimaatactivistische tegenstanders te diskwalificeren. Seculiere critici associëren religie met negatieve begrippen zoals irrationaliteit, primitief, antiwetenschappelijk en bijgeloof. Opvallend is dat ook christelijke klimaatsceptici zich van dit register bedienen, maar dan om aan te geven dat klimaatactivisme een ‘valse religie’ is, die verworpen moet worden. Bosman is geïnteresseerd in de religieuze en spirituele dimensies van het populaire klimaatdebat in Nederland en daarbuiten, met name als het gaat om de intersectie tussen spiritualiteit, samenzwering en ecologie.
Dr. Deborah de Koning richtte zich in haar presentatie ‘Omgaan met ecologische rouw’ op online en offline praktijken van betekenisgeving die in de Nederlandse samenleving ontstaan in confrontatie met de gevolgen van de klimaatcrisis. Ecologische rouwrituelen maken een belangrijk deel uit van dergelijke praktijken. Daarbij kwam ze diverse thema’s op het spoor die eigen zijn aan klimaatzingeving zoals verbinding (tussen soorten en generaties) en een sterke nadruk op het lijden van (moeder) aarde. In het kader van dit onderzoek richt ze zich vooral op betekenis-gevende praktijken in reactie op de klimaatcrisis. Door te kijken naar de praktijken van mensen worden nieuwe vormen van post-seculiere sacraliteit binnen het klimaatdiscours zichtbaar.
Het symposium werd afgerond met een panelgesprek waarin deelnemers uit de wetenschap (Lisa Doeland), media (Stijn Fens), kerk (Mgr. Gerard De Korte) en politiek (Marianne Thieme) hun perspectief op het onderwerp gaven en met elkaar in gesprek gingen.